
Als de statuten van je stichting niet duidelijk zijn of onuitvoerbaar blijken dan kan het bestuur de rechter verzoeken om de statuten te wijzigen (2:294 BW). Bij een verzoek tot statutenwijziging via de rechtbank, wijkt de rechter zo min mogelijk af van de bestaande statuten. Op 30-05-2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam op verzoek van een stichting de statuten gewijzigd (ECLI:NL:GHAMS:2017:2070). De statuten van de stichting bepaalde niet voldoende duidelijk wie er bevoegd was om nieuwe bestuursleden te benoemen. Deze onduidelijkheid kan leiden tot het aanvechten van benoemingen en de stichting daardoor lam leggen. Dit was een onwenselijke situatie.
Rechter wijzigt statuten stichting
Het gerechtshof stelt vast dat zij de statuten op grond van 2:294 BW kan wijzigen indien ongewijzigde handhaving daarvan zou leiden tot gevolgen, die bij de oprichting van de stichting redelijkerwijs niet kunnen zijn gewild. Het hof is het eens met het bestuur van de stichting dat de statuten op meerdere, tegenstrijdige, wijzen uit te leggen is. Het gerechtshof wilde niet toestaan dat het bestuur zelf de statuten kan wijzigen. Het hof wijzigt zelf de tegenstrijdige bepaling in de statuten. Op deze wijze wijkt het hof volgens artikel 2:294 lid 2, zo min mogelijk af van de bestaande statuten.