Waar moet je als stichting aan voldoen om de ANBI-beschikking te krijgen?
ANBI’s genieten belastingvoordeel bij erven, schenken en de energiebelasting. Om de ANBI-beschikkingte krijgen moet de organisatie voldoen aan een aantal voorwaarden. Met ingang van 1 januari 2012 is de regelgeving met betrekking tot algemeen nut beogende instellingen (‘ANBI’s’) verplaatst naar de Algemene wet inzake rijksbelastingen (‘AWR’). In het nieuwe artikel 5b AWR staan de kenmerken van de ANBI. De ministeriële voorwaarden waar lid 1 onder a ten tweede naar verwijst staan in hoofdstuk 1A van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (hierna: ‘Uitvoeringsregeling’). De ANBI beschikking aanvragen kan via dit formulier>>>
Hieronder worden de voorwaarden kort toegelicht:
Geen winstoogmerk:
Uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden moet blijken dat de instelling (stichting, vereniging of kerkgenootschap) geen winstoogmerk heeft. Het is voor een ANBI mogelijk commerciële activiteiten te verrichten. De inkomsten die een ANBI daarmee genereert moeten binnen een redelijke termijn uitgegeven worden conform de doelstellingen van de ANBI. Een ANBI die commerciële tarieven vraagt voor commerciële activiteiten activiteiten kan volgens de Belastingdienst geen ANBI zijn.
Een ANBI die diensten of producten aanbiedt tegen betaling doet er goed aan nauwkeurig te beoordelen of sprake is van commerciële activiteiten. Commerciële activiteiten dienen niet het algemeen belang en zo bestaat het risico dat de ANBI niet meer voldoet aan de 90%-eis. Dit risico is er niet als de opbrengst binnen een redelijke termijn geheel of gedeeltelijk ten goede komt aan het algemeen belang. Volgens het hof Arnhem-Leeuwarden is sprake van commerciële activiteiten en een commercieel tarief als het tarief marktconform is. Niet relevant daarbij is dat het tarief niet kostendekkend is (Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2015 ECLI:NL:GHARL:2015:5096 en 27 januari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:536). Lees ook de conclusie van de Advocaat-Generaal.
Dit oordeel van het hof wijkt af van het standpunt dat de staatssecretaris heeft ingenomen bij de behandeling van de Geefwet: “onder commerciële tarieven dienen in dit kader [het algemeen belang] te worden verstaan tarieven die de integrale kostprijs van de verrichte diensten of de geleverde goederen te boven gaan teneinde een voordeel te behalen”. (Bijlage bij Kamerstuk 33 006, vergaderjaar 2011/2012, nr. 18, p. 9.)
90% eis:
De instelling moet zich voor ten minste 90% inzetten voor/richten op activiteiten voor het algemeen belang. Voor een aanmerking als culturele instelling is nodig dat deze zich voor ten minste 90% richt op cultuur. De Belastingdienst lijkt onderscheid te maken in particulier, sociaal en algemeen belang. Een ANBI mag dus slechts voor 10% een particulier/individueel belang beogen. BV’s, NV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zijn bij wet al uitgesloten van de ANBI status.
Dienen algemeen belang:
In de wet staat een opsomming van wat als algemeen nut kan worden beschouwd (a. welzijn, b. cultuur, c. onderwijs, wetenschap en onderzoek, d. bescherming van natuur en milieu, daaronder begrepen bevordering van duurzaamheid, e. gezondheidszorg, f. jeugd- en ouderenzorg, g. ontwikkelingssamenwerking, h. dierenwelzijn, i. religie, levensbeschouwing en spiritualiteit, j. de bevordering van de democratische rechtsorde, k. volkshuisvesting, l. een combinatie van de bovengenoemde doelen, alsmede m. het financieel of op andere wijze ondersteunen van een algemeen nut beogende instelling).
Sportorganisaties staan bewust niet in deze lijst. Daardoor komen sportorganisaties niet in aanmerking voor een ANBI-beschikking. Sportorganisaties kunnen eventueel wel aangemerkt worden als SBBI en overwegen een steunstichting SBBI op te richten.
Woningcorporaties
Voor woningcorporaties bestaat een specifieke regeling in artikel 5b lid 5 AWR. Een instelling die werkzaamheden verricht die gericht zijn op het bieden van volkshuisvesting, kan slechts worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling, indien zij op de voet vanartikel 19 van de Woningwet bij koninklijk besluit is toegelaten als instelling die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam is.
Integriteitseisen
Over de integriteit van een ANBI en de mensen die daarbij betrokken zijn, mag geen twijfel bestaan. Is de instelling, een bestuurder, een leidinggevende of gezichtsbepalend persoon in die hoedanigheid de afgelopen vier jaar onherroepelijk veroordeeld voor een misdrijf? En heeft dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde opgeleverd?
Dan kan de instelling niet aangemerkt worden als ANBI. Bij twijfel over de integriteit van een persoon of de instelling kan de Belastingdienst vragen om een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG).
Een afgescheiden vermogen
De bestuurder/beleidsbepaler van de instelling mag niet beschikken over het vermogen van de instelling alsof het zijn eigen vermogen is (in de praktijk ook wel beschikkingsmachtcriterium genoemd). Door de Belastingdienst kan een uitzondering worden gemaakt voor zogenaamde steunstichtingen van stichtingen. Bestuurder/beleidsbepalers mogen vanwege dit criterium geen meerderheid in de zeggenschap hebben over het vermogen van de instelling. De waarborging van de onafhankelijkheid van de instelling en de besluitvorming door het bestuur kan volgens de Belastingdienst plaatsvinden door een bestuur van minstens drie personen met gelijkheid van stemmen aan te stellen. Er is sprake van onafhankelijke personen als zij geen enkele onderlinge relatie hebben, zoals een familieband of een zakelijke relatie. Bij de aanwezigheid van familierelaties is niet bij wet verboden maar kan voor de Belastingdienst een indicatie zijn voor nader onderzoek.
Beperkte grootte van het eigen vermogen
Een ANBI mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden (het ‘bestedingscriterium’). De Belastingdienst wil ik hiermee niet-redelijke vermogensvorming (oppotting) te voorkomen.
Deze eisen laten het aanhouden van het volgende vermogen wel toe:
- vermogen dat nodig is voor het doel (bijvoorbeeld behoud kerkgebouw) of om het doel te realiseren (kantoor, opslagplaats, en dergelijke);
- vermogen dat via een erfenis/schenking is ontvangen, waarvan alleen het vruchtgebruik/rendement mag worden aangewend voor het doel van de ANBI (dit moet door de erflater zijn bepaald).
Slechts beperkte vergoedingen aan bestuurders
Bestuurders mogen slechts recht hebben op:
- vergoedingen voor onkosten die bestuurders redelijkerwijze hebben door hun functie bij de instelling;
- niet bovenmatige vacatiegelden: de vergoeding die een bestuurder krijgt voor het vervullen van de functie (zoals het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen).
Een actueel beleidsplan
Een ANBI dient een (meerjarig) beleidsplan te hebben. Dit plan moet actueel gehouden worden en publiek toegankelijk zijn. Het beleidsplan moet ten minste inzicht geven in:
- het werk dat de instelling doet;
- de wijze waarop de instelling geld werft;
- de wijze waarop het vermogensbeheer van de instelling plaatsvindt;
- de wijze van het besteden van het vermogen van de instelling.
Als u voor uw instelling een ANBI-beschikking aanvraagt, moet u een actueel beleidsplan hebben. Als u dit beleidsplan niet aan de Belastingdienst kan overleggen als zij er om vragen, wijzen zij uw aanvraag voor een ANBI-beschikking direct af.
De verhouding tussen kosten en bestedingen moet redelijk zijn
Het is niet de bedoeling dat een ANBI alle inkomsten gebruikt om nog meer inkomsten te generen. Zij moeten ook inkomsten uitgeven aan haar doelstellingen. De kosten voor het werven van geld en de beheerskosten van vermogen moeten in een redelijke verhouding staan tot de bestedingen. Wat redelijke kosten zijn is onder meer afhankelijk van de aard van de ANBI.
Besteding batig saldo na opheffing
Uit de statuten van de instelling moet blijken dat het batig saldo bij opheffing wordt besteed aan een ANBI met een soortgelijk doel of een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en een soortgelijke doelstelling heeft. Voor ANBI’s die voor 23 juni 2012 zijn opgericht dat bij de eerste volgende statutenwijziging de liquidatie bepaling in overeenstemming moet zijn met de wettelijke vereisten.
De administratieve verplichtingen
De Belastingdienst en derden moet inzicht gegeven worden in de administratie. Uit de administratie moet kunnen worden afgeleid:
- welke vergoedingen aan bestuurders/beleidsbepalers zijn uitgekeerd (zie hiervoor);
- de verhouding tussen kosten en bestedingen (zie hiervoor);
- aard en omvang van de inkomsten van de instelling (bestedingscriterium).
- de aard en de omvang van het vermogen van de instelling. In de administratie moet het doel worden vermeld waarvoor het vermogen wordt aangehouden en een motivering voor de omvang van dat vermogen.
Openbaarmaking van informatie
Met ingang van 1 januari 2014 moet de ANBI informatie met betrekking tot haar functioneren (op elektronische wijze) openbaar maken. Het gaat om algemene gegevens zoals de naam van de instelling, het post- of bezoekadres, de bestuurssamenstelling, het beloningsbeleid van de instelling en een actueel verslag van de uitgeoefende activiteiten. De ANBI moet ook binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten, met toelichting, openbaar maken. Dit kan via de eigen website of een publicatieportaal. Een voorbeeld van een publicatieportaal is www.anbi.nl.